WhatsApp Image 2023-08-11 at 10.26.28

Hulp aan Oekraïne

Een dag ondergedompeld in de baptistengemeente in Reya

Geschreven door: Hulpgroep Reya 🇺🇦

Datum: 12 augustus 2023

Artjom

Artjom evacueert mensen uit de frontgebieden.
In het begin van de oorlog zijn veel mensen gevlucht naar het Westen of naar West Oekraine. Deze mensen hadden vaak kennissen in het Westen of ze spraken Engels. Zij beschikten over een auto en waren kansrijke vluchtelingen. Diegenen die achterbleven waren de kansarme mensen, oude mensen, alleenstaand, laag opgeleid, enz. En deze mensen die in de frontlinie wonen, worden opgehaald door Artjom. Hij heeft zijn auto bepantserd tegen kogels en granaatscherven.
Laatst was zijn auto stuk en moest gerepareerd worden. De vraag kwam of wij dat wilden financieren. We hebben erin toegestemd € 2.300 van het budget voor de school, hiervoor te bestemmen.

Victoria

Victoria, een prachtig meisje.
Haar moeder was de eerste dopeling van de gemeente van Reya. Ze had een zondig leven achter de rug. Helaas, na haar bekering viel ze terug in haar vorige leven. Ze werd opnieuw zwanger. Ze had geen middelen van bestaan en wist niet hoe ze voor haar kindje zou moeten zorgen. Ze wilde, net als bij eerdere zwangerschappen, een abortus laten plegen. Haar predikant, die haar ondanks haar terugval, niet in de steek liet, wist haar te weerhouden van dit voornemen. Gemeenteleden hebben zich garant gesteld voor de kosten van het grootbrengen van het kind. De één zorgde voor pampers, de ander voor babyvoeding, enz. Nu is Victoria 17 jaar oud.

Roma

Roma, een ex-verslaafde, is soldaat geweest en laat foto’s zien van zijn vrienden aan het front.
Wij ontmoetten Artjom, Victoria en Roma met nog zo’n 70 jongeren uit Reya in het tienerkamp. We waren uitgenodigd voor de avond. Jaarlijks organiseert de gemeente een tienerkamp, niet alleen voor de jongeren van de gemeente, maar ook voor jongelui uit het dorp. Verreweg de meeste kinderen behoren niet tot de gemeente maar gaan toch graag mee. In de tijd van het communisme organiseerde de jeugdbond van de communistische partij ook dergelijke kampen en de jeugd in Oekraïne heeft niet de luxe van de jeugd in het Westen. Echter niet alleen deze gewoonte motiveert de kinderen om mee te gaan. Reeds op jonge leeftijd komen de kinderen op de kinderclub van de kerk. De ouders laten hun kinderen er graag heen gaan. Ze worden beziggehouden en leren manieren. En... de kerk geeft hen Gods Woord mee. Maar weer terug naar het tienerkamp: we werden ondergedompeld in het programma voor de jeugd: zingen van liederen onder begeleiding van een elektrische gitaar, een video, een sketch over het thema ‘wat je zaait, zul je oogsten’, een meditatie over Eféze 6:1-2 wat Arno Kortleven simultaan voor ons vertaalde (erg knap) en een hapje en een drankje bij een houtvuurtje. De avond werd afgesloten met een rondedans op het ritme van een Vlaams liedje. Ongetwijfeld was dit liedje gekozen om de melodie want de tekst was weliswaar voor hen niet te verstaan, voor ons van twijfelachtige inhoud. Een meisje dat beteuterd aan de kant stond omdat er niemand was met wie zij kon dansen, werd onverwacht door de dominee bij de hand genomen en voegde zich in de rij.

Bekijken van volbrachte werkzaamheden

Boordevol indrukken en gedachten keerden we terug naar ons logeeradres. Want wat een dag... ’s Morgens zijn we bij de school begonnen. Daar ontmoetten we ds. Grushetskyy die ons het appartement in de school liet zien waar inmiddels vluchtelingen wonen. De bewoners, twee gezinnen (oma, moeder, twee kinderen en vader, moeder, twee kinderen) komen uit Toretsk, een dorp onder Bachmoet waar eveneens zwaar is gevochten. Ze wonen er nu enkele weken. ‘Wat voor werk deed je in Toretsk?’ had ds Grushetskyy gevraagd toen hij de man voor het eerst ontmoette. Het antwoord was wat onduidelijk geweest: hij verhuurde zich zo hier en daar voor klusjes. Waarschijnlijk leefde hij van niks; de mensen zijn arm. Hij had niet gedacht dat er mensen zijn die belangeloos woonruimte ter beschikking stellen voor armoedzaaiers zoals zij. Hij was verlegen, liet ons bereidwillig in zijn woonruimte. Twee jongetjes die op bed lagen, kwamen om de hoek kijken, nieuwsgierig, afwachtend... De taalbarrière liet ons niet toe een gesprekje aan te knopen.

Vervolgens zijn we door het gebouw gelopen. In één deel van het gebouw ligt isolatiemateriaal voor het dak opgestapeld. In een ander deel stonden de spullen die we vanuit Nederland verstuurd hadden. Die middag zal Arno met enkele vrijwilligers spullen gaan sorteren. De vraag is: wat kunnen ze zelf gebruiken voor de opvang van de vluchtelingen en wat moet verder verstuurd worden naar plaatsen waar het hard nodig is? Nadrukkelijk wordt ons gevraagd om alleen spullen te sturen die zij kunnen gebruiken. Met name aan bedden is behoefte.

In de benedenverdieping zijn overal wateraansluitingen en riolering aangebracht. In de buitenmuren zijn nieuwe kozijnen geplaatst met driedubbel glas; degelijk uitgevoerd. Ook zijn de wanden grofweg gestuukt, maar voor het overige moet er nog veel gebeuren alvorens de ruimtes bruikbaar zijn. Vervolgens met de ladder omhoog. Naast de ladder staat een man in een mixer beton te maken. Met emmers werd de specie omhoog gehesen over een inventieve katrol, gemaakt van een velg in een kruiwagenframe. Ze waren juist de borstwering aan het afwerken en de eerste houten spant voor het dak werd in elkaar geschroefd. Het werk wordt grotendeels gedaan door een vader en twee zoons, zzp-ers met twee rechterhanden. Die worden bijgestaan door andere zzp-ers en een vluchteling, Anatoli, waarover later meer.

De vloer was inmiddels klaar; een betonvloer, glad afgewerkt, waterdicht zodat de benedenverdieping ook tijdens de bouw droog blijft. Bij het toekomstige trappenhuis loopt de vloer een paar centimeter omhoog naar de langste vleugel. Tijdens de sloop van het dak, kwam men er achter dat de vloer van de ene vleugel hoger was dan de andere. Op de verdiepingsvloer ontstond een gesprek over de indeling. In het oorspronkelijke plan was men uitgegaan van appartementen in beide vleugels. Maar dit plan heeft men losgelaten. Voor tijdelijke opvang wordt deze indeling te duur. Om die reden willen ze alleen in de korte vleugel vier appartementen maken. In elk appartement komt een toilet en een douche en aan het eind van de gang een keuken. Bij de keuken komt dan een (nood)uitgang met een trap aan de buitenkant van het gebouw. De appartementen kunnen in de toekomst dienst doen als logeerkamer voor gasten of studenten. Zolang de oorlog duurt, is er dan ruimte voor vluchtelingen. In de lange vleugel wil men in de toekomst een collegezaal of aula inrichten.

Het gemeente leven

Na de rondleiding door de school werden we meegenomen naar de naastliggende woning. Deze woning werd op wonderlijke wijze eigendom van de gemeente. Van buiten ziet het huis er een beetje shabby uit, maar van binnen is het keurig ingericht, netjes en schoon. We ontmoeten er Swetha, de rechterhand van ds Grushetskyy voor wat betreft de hulp aan gehandicapten. In deze woning wordt dagbesteding geboden aan kinderen met een beperking. De kinderen worden met hun moeders opgehaald in een oude rolstoelbus (500.000km op de teller). De keuken is ingericht met de mogelijkheid om met een rolstoel onder een verlaagd aanrecht te zitten. Kinderen leren er koken en bakken voor zover dat gaat. Voor de moeders is er een apart programma, deels “lotgenotencontact” en deels Bijbelstudie. Omdat ze moeders al zoveel tijd doorbrengen met hun kinderen en dit ook belemmerend werkt voor de ontwikkeling van het kind, zijn de moeders wel in de buurt, maar ook eventjes zonder zorg voor hun kind. in Oekraïne is er nauwelijks gehandicaptenzorg en zodoende leven deze kinderen, én hun moeders, heel geïsoleerd. De muren zijn versierd met schilderijtjes die gemaakt zijn door de kinderen. Karel Appel zou het ze niet verbeterd hebben. Met zes dames, deels vrijwilligers, deels betaalde krachten, geeft Swetha invulling aan dit dienstbetoon. We zijn verwonderd dat deze kleine gemeente dit werk heeft opgepakt en de wijze waarop hier invulling aan wordt gegeven. We proefden de liefde voor kinderen die geen waarde hebben in de maatschappij. We krijgen koffie in de ‘woonkamer’. In een boekenkast herkennen we de bijbelvertellingen van Van Wijk in het Oekraïens. Want ook dit werk is een wijze van evangelisatie waarbij tijdens de dagbesteding de bijbel open gaat.

Daarna ontmoeten we Natasha, twee huizen verderop langs de doorgaande weg. Ze is getrouwd met Valera, één van de diakenen van de kerk. Samen hebben ze tien pleegkinderen. Ze wonen in een huis dat is geschonken door een Duitse industrieel. In Oekraïne heeft hij al meer dan 50 huizen beschikbaar gesteld voor huisvesting van pleeggezinnen. Naast hen staat nog zo’n huis. Daar woont de familie Boshko, ook een pleeggezin dat nu in Nederland verblijft. Ook Natasha toont welwillend de woonkamer en keuken. Alles is even netjes en schoon. Drie kleine kinderen die buiten speelden komen nieuwsgierig naar binnen en kijken beurtelings naar hun moeder en ons. Wat komen die mannen doen? We voelen ons haast ongemakkelijk over onze nieuwsgierigheid, maar ons wordt verzekerd dat dit beslist onnodig is.

Valera heeft naast zijn huis, dat feitelijk zijn huis niet is, een oud huisje gekocht. Het was een bouwval en van buiten ziet het er nog zo uit. Asbest op het dak, een roestige gasleiding aan de buitenkant. Ook hier gaat de deur weer open. Hier woont de vluchteling waarover ik eerder schreef Anatoli. Hij is met zijn vrouw en drie kleine kinderen gevlucht uit Bachmoet. Valera is het huisje voor hen van binnen gaan opknappen en het is werkelijk prachtig geworden. Door de elektriciteitsdraden om elkaar te draaien en met keramieken knopjes langs het plafond te spannen ontstaan zowaar kunstige verbindingen van de lampen naar de contactdozen. De vluchteling was bereid zijn handen uit zijn mouwen te steken en hielp volop mee. De vluchteling bezoekt nu regelmatig de kerkdiensten van ds Grushetskyy. Hij is echter een fervente roker en dat is bij baptisten ‘not-done’. Hij is de vorige dag gestopt met roken. Ds Grushetskyy heeft samen met hem gebeden om de Heere te vragen te helpen om deze zondige gewoonte op te geven. ‘Bid ook, elke keer als je behoefte hebt aan een sigaret’.

Bezoek aan het kerkgebouw

Hierna bezoeken we het kerkgebouw, of eigenlijk, eerst het gebouw waar tot voor enkele jaren terug de diensten plaatsvonden. Het is een woonhuis geweest wat werd ingericht als kerk. Er konden 70 tot 80 mensen in. Nu wordt er zondagschool gehouden. De schuur er achter, waar eens een koe en varken huisden, werd het woonhuis van ds Grushetskyy en zijn vrouw. Dat is nu ruim 20 jaar geleden; het was slechts 20m2 groot. Drie van hun kinderen werden er geboren voordat ze verhuisden naar een ruimer huis aan de overkant van de weg.De nieuwe kerk is mooi ingericht; frisse houten banken, een mooi houten dak, vloerbedekking. Op het podium geen preekstoel maar een katheder. Een houten kruis tegen de achterwand. Op de bovenste verdieping een boekenkast. We herkennen de Bijbelverklaring van Matthew Henry en enkele Engelse puriteinen: Boston, McCheyne, Bonar. Alles in het Oekraïens. Of is het Russisch? ‘Wordt dit gelezen?’ vragen we? Nee, te moeilijk voor de meeste mensen. ‘Wat gebruikt u voor de voorbereiding van uw preek? Oekraïense literatuur?’ ‘Nee, meest Engels’. Ds Grushetskyy kan Spurgeon erg waarderen. Onder de kerkzaal is een souterrain voor o.a. jeugdavonden en een ruimte voor de kindercrèche. Achterin is een ketelruimte. Er wordt op hout gestookt en de kachel moet twee keer op een zondag gevuld. Dat vraagt de nodige aandacht. In deze ruimte is ook de waterfilter geïnstalleerd dat is aangekocht met het sponsorgeld. Het apparaat filtert grondwater voor zowel de kerk als voor de waterleiding in de school. Er is geen waterleidingnet in Reya, dus ieder zorgt voor eigen drinkwater; met een bron of uit een put.

Yura

Dan is het tijd voor lunch bij de dominee thuis. Daar ontmoeten we Yura, het pleegkind van de familie Grushetskyy. Yura is geboren met FAS (foetaal alcoholsyndroom), een syndroom dat kinderen oplopen tijdens de zwangerschap waarbij de moeder alcoholist is. Yura is 13, dat zou je niet zeggen gelet op zijn lengte. Yura zal niet groot worden. Hij woog 10,5kg toen hij 4,5 jaar oud was. Op die leeftijd werd hij door zijn pleegouders opgehaald in het internaat voor kinderen die niet meer thuis kunnen wonen. Zijn ouders hadden negen kinderen, maar door alcoholisme en sociale problemen kwam Yura al heel jong in een internaat. Hij werd echter altijd overgeslagen als pleegouders kinderen kwamen ‘uitzoeken’. Hij had nooit liefde ervaren en de eerste jaren bij zijn pleegouders waren moeilijk. Maar Yura is nu een allerliefst kind die onmiddellijk onze harten stal toen wij hem ontmoetten.

Financiele zaken

Daarna worden de financiën besproken. Er is al veel gedaan, maar er moet ook nog veel gebeuren... Wat wordt de volgende stap als het dak er op zit? Na de bespreking krijgen we nog een korte rondleiding door het tuincentrum van ds Grushetskyy en vervolgens door de kwekerij van Kees van Aalst. Het huis naast Kees was eerst zijn kantoor. Het is nu ingericht als woning en er woont een vluchtelingengezin. Het is tijd om te vertrekken naar het tienerkamp waarvan u las in het begin.

Een land van tegenstellingen

Oekraïne is een land van tegenstellingen. We rijden over slechte wegen met gaten in de weg die zo diep zijn dat je er omheen moet rijden maar tanken bij een luxe benzinestation met alle voorzieningen. Even later passeren we paard en wagen. Op bankjes voor de huizen zitten oude mensen en kinderen naar de weg te kijken. Eindeloze velden met maïs, zonnebloemen, en andere granen koesteren zich vredig in het zonlicht. Maar dan vliegt luidruchtig een straaljager over met raketten onder de vleugels. Het zijn patrouillevliegtuigen die het luchtruim bewaken. Langs de wegen staan hier en daar ‘road blocks’ en stalen anti-tank-kruizen. We rijden langs begraafplaatsen waar met Oekraïense vlaggen de graven van de gesneuvelde soldaten zijn gemarkeerd. Woensdagavond worden we aangehouden bij een politiepost. Vanaf 0.00u mag niemand meer op straat zijn. De oorlog is ook in Reya niet ver weg hoewel het front honderden kilometers naar het oosten ligt. In het huis naast de gehandicaptenopvang wordt de zoon van 20 jaar oud vermist. Opeens hielden de contacten met zijn ouders op. Gesneuveld?! Als we de volgende dag de grens passeren, een hindernis die 6,5 uur kostte, staan er grenswachten met karabijnen. We verlaten een land dat in oorlog is.

Onze contact personen

Ds. Grushetskyy (42)

Heeft theologie gestudeerd in Kyiv en aan de Evangelische faculteit van Leuven (BE). Hij is getrouwd met Natasha. Samen hebben ze vijf kinderen en een pleegkind. Hij behoort tot de geregistreerde evangelie christen baptisten in Oekraïne. Deze denominatie heeft bijna 2.000 gemeenten met zo’n 100.000 gedoopte leden. De dominee van Reya is 20 jaar geleden als ‘tentenmaker’ uitgezonden vanuit Wolitsa, de moedergemeente van Natasha en ds. Grushetskyy. Naast zijn werk als predikant runt hij een tuincentrum hoewel het werk voor de gemeente inmiddels 90% van zijn tijd in beslag neemt. De gemeente heeft nu ruim 70 leden, waarvan een deel in Nederland. Onlangs werden er zeven personen gedoopt.

Kees van Aalst (onze gastheer)

In 2004 naar Oekraïne geëmigreerd en heeft een boomkwekerij opgezet. Hij is getrouwd met Tanja (zus van Natasha) en heeft zes kinderen. Hoewel hij de kinderdoop voorstaat heeft hij zich bij de gemeente van Reya aangesloten en heeft hij als diaken meerdere jaren deel uit gemaakt van de kerkenraad. (Ouderlingen kent men niet bij de baptisten.) Zolang de oorlog duurt woont hij in Nederland en gaat regelmatig terug om zijn zaken te regelen.

Arno Kortleven

In begin 2007 is Arno naar Oekraïne geëmigreerd. Hij heeft vier kinderen en is getrouwd met Anja. Hij is eveneens diaken en ook hij woont nu tijdelijk in Nederland. Hij werkt daar voor het deputaatschap Bijzondere Noden van de Gereformeerde Gemeenten en coördineert de noodhulp in Oekraïne daarmee gebruikmakend van het netwerk van de baptistengemeenten. Ook werkt hij voor de Stichting Oost-Europahulp gereformeerde gezindte (SOEGG), met name als vertaler.

Een impressie van de reis